| Beeld > Raster eigenschappen |
| Raster eigenschappen |
| Met het commando Raster eigenschappen kunt u de eigenschappen van het raster instellen. |
|
|
 |
|
| 1. | Kies Beeld > Raster eigenschappen uit het menu |
| 2. | Gebruik onderstaande opties: |
 |
|
Grootte
|
 |
| Wijzigt de celgrootte in pixels.
|
 |
 |
|
Kleur
|
 |
| Met deze optie kunt u de lijnkleur aangeven.
|
 |
 |
|
Lijnstijl
|
 |
| Met het Lijnstijl dialoogvenster stelt u in of de lijn ononderbroken of onderbroken is en bepaalt u het patroon van een onderbroken lijn, de lijndikte, de uitlijning, de afknotlimiet en de stijlen van verbindingen en uiteinden van lijnen.
|
 |
|
|
|